Werken voor een betere wereld
(bijdrage voor AD special – Werk)
Werken voor een goed doel of een duurzaam bedrijf is populairder dan ooit. Steeds meer werknemers willen niet alleen geld verdienen, maar ook hun steentje bijdragen aan een betere wereld. Waarom is dat? Geeft werken voor het Wereld Natuur Fonds echt meer voldoening dan een gewone kantoorbaan? Drie praktijkvoorbeelden.
“Natuurbescherming is ook een product”
Het lijkt wel ‘Is dit alles’ van de band Doe Maar: alles hebben, maar toch op zoek naar meer. Chantal Jonkergouw had op haar veertigste haar zaakjes voor elkaar: een goede baan met dik salaris, veel gereisd, een mooi huis. Ze zegt: “Alles klopte, maar ik miste wat. Ik was toe aan verdieping. Het moest een natuurorganisatie worden, daarom koos ik voor het Wereld Natuur Fonds.” Sinds augustus 2006 is Jonkergouw hoofd Corporate Communicatie en Campagnes bij WNF in Zeist. Hiervoor had ze onder andere een internationale marketingfunctie bij Sara Lee (Douwe Egberts). “Ik ben nu veel gelukkiger dan twee jaar geleden”, vindt ze. “Het bijzondere van dit soort werk is dat je je echt verbonden voelt met het doel. En WNF is een sympathieke organisatie, we zijn geen actievoerders en zitten aan tafel met overheden en bedrijven. De boodschap die we brengen is ook bewust positief. Kijk naar de posters, het gaat om de pracht van de natuur. We laten geen ellende zien, want we gaan uit van hoop. We zwaaien niet met het vingertje wat een consument niet mag doen, maar wijzen op keuzes die positief bijdragen.”
Aan de andere kant is het bezig zijn met het ‘merk’ WNF net zoiets als DE-koffiesystemen verkopen. “Ik bekijk het zakelijk, ik verkoop eigenlijk het product natuurbescherming. Er werken hier vooral realisten, mensen uit het bedrijfsleven die weten hoe ze een keurmerk moeten bedenken of zakelijke partners vinden.” Wat is dan het verschil met het bedrijfsleven in de praktijk? “Bij een werkgever als WNF is weinig hiërarchie, de directie bestaat uit twee personen. Op maandagochtend bespreken we met zijn allen de komende week. Wat ook fijn is: je mag risico’s nemen en fouten maken. Omdat we geen enorme budgetten hebben moet je creatief zijn en niet alles lukt,” vertelt Jonkergouw.
Dagelijks blijkt uit krantenberichten dat de aarde er niet best aan toe is. Bereikbare ‘targets’ zoals in het bedrijfsleven zitten er dus niet in, natuurbescherming is een zaak van lange adem. Dat is toch niet motiverend? “Nu ik hier werk zie ik dat we toch écht veel kunnen doen. Mede door ingrijpen van WNF is bijvoorbeeld een derde van de natuur van Borneo gered. Dat motiveert enorm.”
Opvallend is dat er bij ideële organisaties als WNF relatief veel vrouwen werken. Hoe komt dat? Het is waar dat vrouwen minder aan status hechten en wat meer gericht zijn op zingeving, denkt Jonkergouw. Maar ze weet ook uit eigen ervaring: “De ruimte is er om salaris in te leveren. Mijn man verdient goed en we hoeven er niets voor in te leveren. Dat speelt ook mee.”
“Je knapt er zelf ook van op”
Sietse en Menja Weide waren tot 2003 als verpleegkundigen elke dag bezig met de medemens, hij als psychiatrisch verpleegkundige en zij in een algemeen ziekenhuis. Toch vonden ze hun werk niet bevredigend. Sterker nog, Menja (48 jaar) liep een beetje vast. Ze vertelt: “Ik werkte al bijna twintig jaar in de verpleging en het stoorde me steeds meer dat ik zo weinig tijd had om persoonlijke aandacht te geven aan de patiënt.” Haar man Sietse (53) zag in zijn werk met lede ogen aan dat psychiatrische patiënten na de behandeling thuis verkommerden. “Er gaapt een groot gat voor bijvoorbeeld mensen met schizofrenie die na een opname naar huis mogen. Weinigen kijken meer naar ze om, terwijl ze hun leven vaak niet zelf op de rails terug kunnen zetten.” Op vakantie, in 1999, besloten Sietse en Menja het roer om te gooien. Ze wilden graag voor mensen zorgen, maar dan op bevredigende wijze. Het moest een zorgboerderij worden. Het zou nog tot 2003 duren voor deze een feit was. Op de boerderij in Lelystad ontvangen zij nu wekelijks circa 35 volwassenen met psychiatrische of autistische aandoeningen. De deelnemers doen allerlei klusjes en verzorgen de pluktuin en de dieren. Het doel is uiteindelijk dat ze stapsgewijs weer deelnemen aan de maatschappij.
Ze zijn beiden dik tevreden over de omschakeling. “Nu zíe je echt dat mensen opknappen van de aandacht. Dit geeft ons pas voldoening,” zegt Menja. Ze stelt dat ze er zelf ook van opknapt. “Wij groeien ook hierdoor, omdat we de zin zien van ons werk.”
Buitenstaanders die over hun werk horen reageren zonder uitzondering enthousiast. Het echtpaar wordt ook gedreven door hun christelijke achtergrond. “Dan zoek je misschien eerder zingeving in je werk,” denkt Menja. Zijn er dan helemaal geen minpunten? “We wonen op het bedrijf, dus heb je altijd mensen om je heen,” kan Sietse bedenken.
Het bedrijf krijgt geen subsidie, omdat de boerderij niet op landbouwproductie draait. Is het verschil met een regelmatig en dubbel inkomen groot? Sietse: “Dat valt best mee. Maar de winst die we maken steken we weer in het bedrijf, het gaat ons niet om het geld. Wij bestaan dankzij de PGB (persoonsgebonden budget) van de deelnemers,” aldus Sietse. Ze verkopen wel eieren en producten van de pluktuin, uiteraard biologisch. “Alles met de menselijke maat en zo natuurlijk mogelijk, dat is goed voor de deelnemers.” Groei-end is één voorbeeld van de inmiddels honderden zorgboerderijen in Nederland. Sietse: “Het is bijna een hype. We moeten ervoor oppassen dat zorgboerderijen niet een soort Haarlemmerolie voor elk probleem wordt.” (www.groei-end.nl)
“Meer realistisch dan idealistisch”
Op de middelbare school was ze al bezig met het onrecht en de ongelijke verdeling in de wereld. Ruth van Zorge (36) koos als studie Culturele Antropologie en was daarna vooral werkzaam in Afrika. Bijvoorbeeld voor Artsen zonder Grenzen en Warchild – haar levensloop klinkt spannend en idealistisch. “Ik ben ook wel idealistisch, maar het woord dekt niet de lading; je moet vooral realistisch zijn als je werkt aan rechtvaardigheid,” vindt ze. In 2004 koos ze als werkgever Plan omdat de werkwijze haar erg aanspreekt en omdat ze weer in Nederland wilde wonen. Een kantoorbaan in plaats van ‘in het veld’ werken, maar met dezelfde intentie. Van Zorge: “Ik ben senior programma manager voor Afrika, wat inhoudt dat ik de projectvoorstellen beoordeel en de uitvoering ervan controleer en de partners ondersteun. Plan werkt met plaatselijke projecten die levensomstandigheden van kinderen moeten verbeteren. Een recent voorbeeld: we hebben kinderen in Tanzania een stem gegeven en hen geholpen met het maken van een documentaire over hun dorp. Plan werkt veel aan bewustwording van mensen, zowel in de 49 ontwikkelingslanden als bij de mensen in Nederland die dit moeten ondersteunen.”
Ze haalt de meeste voldoening uit het optimisme dat ze ziet in Afrika. “Dat geeft zoveel positieve energie! Die veerkracht van jongeren en dat plezier in het leven inspireren me.” Regelmatig staat een bezoek aan een Afrikaans land op het programma, vorige maand is ze nog in Darfur in Sudan geweest. “Het was in een relatief rustig vluchtelingenkamp. Maar natuurlijk doet het wat met je. Kinderen hebben het recht om te spelen en om veilig op te groeien. Toch kan ik positief blijven omdat je ook veel mooie dingen ziet, en hoop op een betere toekomst.”
Van Zorge zou niet bij een commerciële organisatie kunnen werken. “Daar zou ik echt niet genoeg voldoening uithalen.” Voor dat gevoel moet ze wel dingen inleveren. Een dik salaris zit er niet in en een ‘van negen tot vijf mentaliteit’ wordt niet verwacht. Ze vertelt: “Je doet dit werk duidelijk niet om rijk te worden. En overwerken in je vrije tijd wordt beschouwd als normaal. Omdat alle medewerkers zo betrokken zijn, gaat dat ook vanzelf.”
Maakt ze goede sier met haar werk als mensen op verjaardagen vragen wat ze doet? “Toen ik in 1988 voor het eerst naar Sri Lanka ging, vond iedereen het prachtig. Nu reageren veel mensen nog steeds geïnteresseerd, maar je bent met dit soort werk ook een makkelijk doelwit. ‘Een druppel op een gloeiende plaat’, dat soort reacties krijg je dan te horen. Dat is wel erg gemakkelijk, vind ik. Verzin zelf dan iets anders, maar doe iets! Ik zal in ieder geval blijven strijden voor de rechten van kinderen, en blijven praten met Nederlanders om ze bewust te maken van de oneerlijke verdeling.” (www.plannederland.nl)
“Meer voldoening op de lange termijn”
Roos Vonk is hoogleraar Sociale Psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en directeur van coachings/trainingsbureau Vonk-Zelfbepaling. Wij vroegen haar waarom mensen eigenlijk zingeving in hun werk zoeken.
“Psychologisch onderzoek laat zien dat mensen het gelukkigst zijn als ze zich inzetten voor het algemeen belang of het belang van anderen. Hard werken voor je eigenbelang maakt minder gelukkig, doordat het minder een gevoel van verbondenheid en zingeving biedt. Daarom geeft werken voor het goede doel op lange termijn meer voldoening dan veel geld verdienen.”
“Je kan door zinvol werk een positiever zelfbeeld krijgen. Dat is fijn, maar daarmee is de behoefte aan zingeving nog niet vervuld. De voldoening zit niet in het oppeppen van je eigenwaarde, maar in iets dat veel bestendiger is: het feit dat je trouw bent aan iets waar je zelf in gelooft. Het hangt natuurlijk erg af van je persoonlijke interesse. Ik ben bijvoorbeeld voorzitter van Stichting Wakker Dier, want de bio-industrie staat mij enorm tegen. Maar iemand anders zal zijn nek weer eerder uitsteken voor een hele andere zaak.”
“Als je idealistisch werk wilt doen hoef je niet een bepaalde uitstraling te hebben. Het is eerder omgekeerd: als je je inzet voor iets waar je in gelooft, dan word je vanzelf authentiek, omdat je trouw bent aan je eigen overtuigingen. Dat geeft je dus in zekere zin een ‘X-factor’. Behalve als je heel drammerig wordt natuurlijk.”
“De reden dat er tegenwoordig steeds meer behoefte is aan ‘zinvol’ werk ligt aan verschillende factoren. Je wordt gelukkig van verbondenheid met anderen en zingeving. Dit kun je ontlenen aan gezin, kerk, vereniging of werk. Nu veel saai werk is overgenomen door computers en machines, wordt de vraag naar zinvol werk realistischer. Tegelijkertijd zie je andere zingevende verbanden zoals kerk en gezin afbrokkelen, dat draagt er ook aan bij.”
“Echt niet alleen geitenwollensokken-types”
Dat steeds meer mensen zoeken naar zinvol werk blijkt ook uit het succes van de vacaturebank www.duurzamevacatures.nl. De website is 1 maart gestart en krijgt nu al tientallen aanmeldingen en ruim duizend bezoekers per dag. Initiatiefnemer Caroline Ligtenberg: “De behoefte aan ‘groen’ en ‘zinvol’ werk groeit. Door de zorgen om het milieu, maar ook omdat we in Nederland de top van de piramide van Maslow bereikt hebben: het leven is veilig, sociaal en aan alle materiële behoeften is voldaan. Daarom zoeken we naar zelfontplooiing en zingeving.” Als eigenaar van een werving- en selectiebureau voor non-profit en duurzame organisaties ontdekte ze dit gat in de markt. Wat voor mensen schrijven zich in voor een baan? “Dat zijn echt niet allemaal ‘geitenwollensokken-types’. Minstens driekwart bestaat uit praktische idealisten zoals u en ik; mensen die kritisch zijn en bijvoorbeeld voor biologische groente kiezen of een zuinige auto kiezen. Bij werk geldt deze bewuste keuze nog sterker. Veel kandidaten komen uit het bedrijfsleven en willen wat anders.” Het bureau wil nog dit jaar 200 vacatures per maand bieden en 10.000 bezoekers per week trekken.